Overige vragen
Wat doen jullie concreet?
Twee belangstellenden vroegen folders om te lezen, zodat ze daarna zouden weten waar de organisatie voor staat. Zij kregen folders mee, lazen die en kwamen een paar dagen later terug. Ze zeiden: “We hebben de folders gelezen, maar toch blijft bij ons nog steeds de vraag: Wat doen jullie nu concreet? Op dat moment was ook iemand aanwezig die armoede in zijn eigen leven kent. Die antwoordde: ‘Hier krijg je respect en daar begint het mee!’
Krijgen jullie subsidie?
Op een enkele uitzondering na (ondersteuning voor de Europese Vierde Wereld Volksuniversiteit) krijgen we geen subsidie. We komen aan geld via onze leden die jaarlijks een bijdrage storten, soms krijgen we geld van fondsen of via legaten. We organiseren acties waarvan de bekendste de jaarlijkse kerstkaartenactie is.
Hebben jullie een dure directeur?
De drie betrokken landelijk coördinatoren werken voor het wettelijk minimumloon, en de bestuursleden werken op vrijwillige basis. Wij zijn principieel tegen hoge vergoedingen van onze werkers. De talrijke vrijwilligers drukken natuurlijk ook de kosten. Zonder hen zou de beweging niet kunnen bestaan.
Er komt geen einde aan armoede, inspanningen hiervoor helpen toch allemaal niet.
Heel veel betrokken mensen in Nederland geloven er wel in. Er gebeurd erg veel, maar het is belangrijk dat het om rechten van mensen gaat en geen fooitje hier en een fooitje daar. Iedere ouder moet zijn kinderen kunnen geven wat zij nodig hebben en moeten kunnen loskomen van van liefdadigheid. De hand die geeft is altijd boven de hand die ontvangt.
De erkenning van de Verenigde Naties dat armoede een schending is van de mensenrechten, een belangrijk voorbeeld. Hier moeten wij in onze landen mee aan de slag. De impact hiervan is dat er naar de rechten van de allerarmsten wordt gekeken in plaats van het bieden van gunsten. Zo kun je ook de huidige duurzame ontwikkelingsdoelen (vervolg op millenniumdoelen) als een verbetering beschouwen t.o.v. de vorige doelen.
Maar nog moeten wij ervoor knokken dat het niet alleen gaat bijvoorbeeld om de toegang tot drinkwater, maar dat het gaat over het recht op (schoon) drinkwater. Degenen die dit de mensen onthouden kunnen dan daarop worden aangesproken. Hetzelfde geldt voor het recht op opleiding, huisvesting, gezondheidszorg,…
Jullie doen heel goed werk!
Wij doen ons best, maar dit kan geen echte resultaten opleveren zonder een brede, maatschappelijke stroming van mensen die zich inzetten voor meer respect en de gelijkwaardigheid voor de allerarmsten.
“Er wordt vanuit gegaan dat je onbetrouwbaar bent. Het vooroordeel is er al, het mooie van de mens wordt niet gezien, je bent een cijfertje in de computer en jouw geschiedenis blijft je achtervolgen.“
Ik zou het niet kunnen.
Er zijn veel mensen in de samenleving die in de uitoefening van hun functie aandacht hebben voor de problemen en vraagstukken waar de allerarmsten mee te maken hebben. Het kan de onderwijzer op de basisschool zijn, of de verpleegster in de wijk. Maar ook vele vrijwilligers en anderen die vanuit respect voor de mens op een andere wijze kunnen en willen kijken.
“Er is niets mooier dan een ander te verheffen,… het beste uit de ander te halen. Je bent pas een winnaar als iedereen meedoet. Als je zelf winnaar bent dan moet je op jouw beurt de ander een winnaar maken. “
Worden die mensen er nu echt beter van?
Allerarmsten die elkaar ontmoeten in het ontmoetingscentrum ’t Zwervel in Wijhe in Overijssel zeggen dat zij zich daar meer mens voelen, ze herkennen elkaar, ze kunnen daar hun verhaal kwijt, een verhaal dat begrepen wordt, waar respect is voor elkaar. Van daaruit krijg je de moed om verder te knokken en dat vaak samen. Echter, dit is een hele kleine groep die deze mogelijkheid kan benutten. Veel allerarmsten hebben (nog) niet zo’n plek, en daarom moeten er een veelvoud van dit soort plaatsen zijn.
Schieten ze er wat mee op?
Velen van de allerarmsten schamen zich voor hun situatie, durven dit niet naar voren te brengen. Maar als ze wat zij meemaken met anderen in een veilige omgeving kunnen delen, dan veranderd er veel. Dan durven ze zich te geven, zich uit te drukken en in actie te komen. En daardoor schieten ze er wat mee op en komen op goede ideeën en voorstellen voor verandering in de samenleving en ook in hun eigen leven.
“In iedere gemeente kunnen plaatsen worden gebouwd waar met elkaar wordt gesproken, waar ontmoetingen plaatsvinden tussen armen en niet armen, om tot verandering te komen.”
Volgens mij willen die mensen niet veranderen.
Velen van de allerarmsten hebben gedurende langere perioden in uitzichtloze situaties verkeerd. Zodoende zijn ook velen in hun schulp gekropen. Het is dan vaak moeilijk om weer te durven geloven dat dingen kunnen veranderen. Daarom beschermen velen zich voor de zoveelste loze belofte en zonderen zich af.
“Het strijden voor een samenleving waar een ieder kan deelnemen van onderop, dat is het. Wat betekent dat in Nederland, wie zijn dat in Nederland ? Generatie op generatie arme gezinnen ? Of ook anderen ?”
Het is hun eigen schuld.
Wie zou er kiezen voor schaamte en wanhoop? Als je geen tot weinig goede voorbeelden in je directe omgeving gekend hebt, geen tot onvoldoende kans gehad hebt om te leren, dan ben je moeilijk te vergelijken met mensen die dit perspectief wel hebben gehad. Je voldoet niet aan een gewenste norm, je wilt het waarschijnlijk wel, maar het ‘gereedschap’ is niet aangereikt.
“Mensen in armoede wordt verteld dat ze mee moeten doen, maar als zij bijvoorbeeld een computer kopen of goede dingen die zij nodig hebben, dan wordt hen dat ook weer in de schoenen geschoven.”
Ze kunnen niet met geld omgaan.
Dit is een van de grootste en hardnekkigste misverstanden als het gaat over armoede. Armoede op zichzelf is duur, is kostbaar, is intensief. Zie het met een gezin maar te rooien met weinig tot bijna geen inkomen. Mensen in armoede willen respect en gelijkwaardig behandeld worden.
“Om in de toekomst te kunnen vechten voor wat we waard zijn, moeten we onze ervaringen delen en vechten als een muur naar de maatschappij en haar leren dat wij er ook nog zijn, anders zakken we nog verder weg. Wij moeten laten zien wie we zijn, hoe we zijn. Dat we voor elkaar opkomen en ons niet hoeven te schamen voor wat we zijn…”
Als je ze helpt, zitten ze zo weer in de schulden!
Iemand gaf ooit als voorbeeld: mijn ouders deden vroeger altijd drie stappen vooruit, vervolgens moesten ze drie stappen achteruit. Als zoon doe ik ook weer drie stappen vooruit, maar twee stappen achteruit, mijn dochter heeft het niet makkelijk thuis gehad, deed toch drie stappen vooruit en maar één stap terug. We hopen natuurlijk dat onze kleinkinderen straks drie stappen voorwaarts doen, zonder een stap terug te moeten doen.
“Voor elkaar zorgen is in het landsbelang. Nu wordt alles je onthouden en achtervolgt het verleden je. Mensen moeten de kans krijgen om hun hele verhaal te vertellen.”
Wat heb je eigenlijk bereikt in al die jaren?
De verbondenheid met de armsten van de medestanders, de volontairs en niet in de laatste plaats van de mensen die zelf armoede kennen, is een persoonlijk doel in je leven geworden. Het verrijkt je blik op de wereld, je komt uit je eigen kringetje en je weet dat goed gemeende ontmoetingen mensen uit hun isolement kan halen.
“Sociale discriminatie houdt ons en onze gezinnen gevangen in een vicieuze cirkel die doorbroken moet worden, omdat wij geloven in de gelijkwaardigheid van ieder mens. Als voorvechters die armoede en uitsluiting in hun leven meemaken, kunnen wij dit niet alleen.”
Als ze willen veranderen, dan hadden ze dat allang gedaan.
Het is het drama van de allerarmsten. Er zijn mooie voorbeelden van mensen die zich ontworsteld hebben aan de armoede, dat zijn de succesverhalen. Die worden belicht, die worden dan bijna de norm. Van de 1,4 miljoen armen in Nederland zijn er 130.000 allerarmsten die vaak al meer dan 5 jaar in pure armoede leven, qua duur vaak ook generatie-overstijgend. Van die 130.000 armen zijn er maar weinig succesverhalen weggelegd. Ze zijn er, maar het probleem is dieper geworteld in de samenleving, in verhoudingen, in hoe zaken werken.
“De boodschap is duidelijk, we moeten uit onze stoel komen. Samen onze stem laten horen, op straat, maar vooral samenwerken aan de toekomst. Elkaar helpen om uit de ellende en uit de schaamte te komen. Dat kan je niet alleen, dat moet je samen doen!”
Waarom geef ik die euro aan de Vierde Wereld, niet rechtstreeks aan de armen.
Het een hoeft het ander niet uit te sluiten. Als organisatie willen we dat er steeds minder ‘pleisters’ geplakt hoeven te worden, dat er duurzame veranderingen, bestaanszekerheden, ten gunste van de allerarmsten worden gerealiseerd. Om als organisatie deze belangen te kunnen behartigen en armoede zichtbaar te maken, heb je geld nodig. Daarnaast gaat het gaat ook niet altijd om geld. Veel wordt gedaan door mensen die bewust zijn geworden dat je naast elkaar kunt staan.
“Veel ouders kunnen niet lezen. Ouders moeten uitgenodigd worden op school om samen te werken met de leerkrachten en de kinderen. “
Ik heb wel het e.e.a. gelezen, maar ik zie nog niet wat er voor de mensen verandert.
In de woorden van de allerarmsten zelf ligt het antwoord vervat: respect en gelijkwaardigheid zijn daarbij twee belangrijke woorden. Het samenwerken aan de toekomst zonder uitsluiting is een groot verschil met het alleen maar kunnen zien van je eigen sores. Nieuwe vriendschappen helpen je op weg.
“Wij moeten eerst het vertrouwen hebben gekregen. Je moet je eerst ergens “mens” kunnen voelen, want op andere plaatsen waar wij komen, wordt er alleen maar gekeken naar wat voor problemen wij hebben. Daar moeten we uit zien te komen, wij hebben ook ideeën.”